zondag 7 november 2021
zondag 3 oktober 2021
De kruisspin (Araneus diadematus)
De jaargetijden gaan weer langzaam in elkaar overlopen en wordt de zomer langzaamaan aan herfst. En dit kenmerkt zich door een aantal zaken. De dagen worden korter. Bomen en planten krijgen herfstkleuren. Sommige dieren maken zich klaar voor de winterslaap. Trekvogels trekken naar warmere gebieden om te overwinteren. Er schieten overal paddenstoelen tevoorschijn, enzovoort. Eén kenmerk waar ik het in dit artikel over wil hebben, is dat het in de herfst lijkt of er veel meer spinnen en spinnenwebben zijn. Vooral de Kruisspin is in grote aantallen zichtbaar.
Nu heb ik al eens eerder een artikel geschreven over de
kruisspin in 2016 (https://denatuurin.digitoo.nl/56b88e6652bc0509db166889/4) maar het is en blijft een fascinerend
diertje, behalve dan voor arachnofoben. Met dit artikel ga ik wat dieper in op
deze spin. Meteen een *spoiler-alert* voor diegenen die de kriebels van
spinnen krijgen, er komen duidelijke foto’s van spinnen verderop in dit
artikel.
Spinnen zijn geen specifieke herfst dieren, het lijkt alleen
of er in deze periode veel meer zijn. Er zit minder groen aan bomen en
struiken, door de stand van de zon valt het licht zo mooi op de spinnenwebben
en spinnen zijn ook groter zijn geworden en vallen daardoor meer op. Als je
door de natuur of je tuin loopt zie je, en vooral ook voel je, overal webben en
draden.
300mm 1/125 sec. f/4 ISO 100 |
Bij mij in de tuin lijkt het of er, behalve hordes slakken,
alleen maar kruisspinnen wonen. De kruisspin is een middelgrote
spin en de naam is te danken een aantal witte vlekjes op het achterlijf die op
een kruis lijken. De kruisspin is een spin die vaak pontificaal in het midden
van het web zit en door de grootte van de spin ook nog eens moeilijk over het
hoofd te zien is. In 2010 was
de kruisspin door de Europese Arachnologische Vereniging uitgeroepen tot spin van
het jaar. De kruisspin varieert in kleur van bruin tot grijs en zwart. Ook
zijn er veel onderlinge verschillen in het kruis patroon.
Links: 300mm 1/250 sec. f/6.3 ISO 200 Rechts: 300mm 1/125 sec. f/4.5 ISO 640 |
De poten zijn stekelig behaard, voor grip en tast, waarbij
de voorste poten het langst zijn. De kruisspin heeft acht ogen. Deze zijn
donker en glanzend. Het achterlijf is driehoekig van vorm en bij de vrouwtjes
is deze groter dan de mannetjes. Aan de onderkant bevinden zich de spintepels.
Dit zijn de organen waarmee verschillende webdraden worden geproduceerd. Stevige
en niet-kleverige draden om het frame van het web te maken en de kwetsbare
eitjes te voorzien van een beschermlaag en kleverige vangdraden om prooien in
het web te vangen.
Links: 100mm macro 1/15 sec. f/10 ISO 100 Rechts: 100mm macro 1/30 sec. f/16 ISO 100 |
De kruisspin is te herkennen aan de lichte vlekken op het
achterlijf. Vrijwel alle exemplaren hebben een duidelijk kruisvormige
groepering van de vlekken, Het kruis wordt gevormd door een groep lichte tot
witte vlekken. De Latijnse
naam Araneus diadematus betekent: spin met een kroontje. Bij de volgende
foto zijn de vlekken duidelijk te zien.
Foto- 4
: 100mm macro 1/60 sec. f/11 ISO 800 |
De kruisspin is een groot deel van het leven bezig met het
web en in hun tweede levensjaar kunnen de vrouwtjes behoorlijk grote
spinnenwebben maken. Omdat het web makkelijk beschadigd en vervuild raakt moet
het iedere dag vervangen worden. Ook omdat de draden snel uitdrogen en prooien
die gevangen worden het web beschadigen. De kruisspin bouwt het verticaal
hangende web op enige hoogte en vangt voornamelijk vliegende insecten. De
vrouwtjes blijven in hun web terwijl mannetjes naar een vrouwtje op zoek gaan.
De spin hangt ondersteboven in het centrum van het web geduldig te wachten tot
er een prooi het web in vliegt. De meeste prooien zijn dan ook vliegende
insecten.
300mm 1/160 sec. f/6.3 ISO 640 |
Zodra een prooi in het web vast zit wordt de spin
gewaarschuwd door de trillingen van het web. De spin snelt zich naar de prooi
en wikkelt deze in spinsel. Pas daarna wordt de beet toegediend die de prooi
verlamt. De onderstaande foto is een ingesponnen
prooi en was waarschijnlijk een nachtvlinder. Deze hing in een web in mijn
schuurtje en lag een dag later op de grond. Waarschijnlijk was het te zwaar
voor het web. Jammer voor de spin want dit was zo te zien een flinke maaltijd.
100mm macro 1/50 sec. f/16 ISO 100 |
Tijdens de jaarlijkse spinnentelling van 11 en 12 september,
kwam de kruisspin als winnaar uit de bus. Gevolgd door de grote trilspin en de
gewone huisspin. Er zijn gemiddeld per tuin meer kruisspinnen geteld dan in de
afgelopen zomers. Hoewel veel mensen rillen bij de gedachte aan spinnen zijn
het zeer nuttige dieren want ze ruimen veel insecten op, ook die ons ’s-nachts uit onze slaap houden. Als je dan
moet kiezen uit twee “kwaden” kies er dan voor om spinnen maar zoveel mogelijk
met rust te laten.
Dit artikel is ook verschenen in de 37e editie van DeNatuurIn
vrijdag 23 juli 2021
Eerste test vergroterobjectieven.
Nu ik een aantal verschillende vergroterobjectieven in mijn bezit heb wordt het als eerste tijd om de verschillende vergrotingen te testen. Dit is een simpele test zonder extra handelingen of verlichting en er wordt niet gekeken naar scherpte of kleur alleen naar de mate van vergroting.
Het onderwerp is een munt van 2 eurocent. Alles is genomen bij bestaand licht en bij alle objectieven staat het diafragma ingesteld op f/8.0. Alle foto’s zijn SOOC (straight out of camera) dat wil zeggen geen crop of aanpassingen. De foto's zijn alleen, voor de blog, verkleind naar 1500pixels
De gebruikte lenzen:
Nikon EL-Nikkor 50mm f/2.8N
Rodenstock Rodagon 50mm f/2.8
Rodenstock Rodagon 60mm f/4.0
Schneider-Kreuznach Componar 75mm f/4.5
Rodenstock Rogonar-S 90mm f/4.5
Rodenstock Rogonar-S 105mm f/4.5
Rodenstock Rodagon 135mm f/5.6
De test:
Foto 5: Rodenstock Rodagon 60mm f/4.0 minimale vergroting
Vanaf hier heb ik geen foto's meer gemaakt met de minimale vergroting. Dit in verband met de grote afstand van de camera tot het onderwerp. De munt wordt dan steeds "kleiner" en dat heeft voor deze test geen meerwaarde.
Een paar snelle conclusies:
Hoe groter de brandpuntsafstand hoe verder de camera van het onderwerp af moet staan.
De maximale vergroting van de Rodenstock Rogonar-S 105mm f/4.5 komt overeen met de minimale vergroting van de Rodenstock Rodagon 50mm f/2.8 en de Nikon EL-Nikkor 50mm f/2.8N.
De maximale vergroting van de Rodenstock Rodagon 135mm f/5.6 komt ongeveer overeen met de minimale vergroting van de Rodenstock Rodagon 60mm f/2.8.
Dat kan kloppen, 2 x 50mm is 100mm, dat is bijna 105mm en 2 x 60mm is 120mm, wat weer in de buurt komt van de 135mm
Voor maximale vergroting ga je dus voor een objectief met een korte brandpuntsafstand. Dus 50mm of kleiner zoals 35mm of 40mm. Voor meer afstand tot je onderwerp, bijvoorbeeld vlinders die je niet wil afschrikken dan kies je voor langere brandpunten.
zondag 27 juni 2021
Macro met vergroter objectief.
Intro:
In een eerdere blogpost, de
krokus dichtbij, heb ik al een paar foto’s laten zien die gemaakt zijn
met behulp van een macro balg. In deze post ga ik hier op door en doe ik een
test met vergroter objectieven. Nomaliter gebruik je op een balg een “gewoon” foto
objectief en daarmee krijg je al aardige vergrotingen
Normaal gesproken wil je bij dit soort macro opnames zo veel mogelijk scherpte.
Of door een kleine diafragma opening te gebruiken f/16, f/22, f/32 enz., of door focusstacking.
Maar ook bij volle opening van de lens, in dit geval f/1.4 kan je creatieve effecten bereiken. Zoals bij onderstaande foto van een Robbertskruid bloem.
Nu ben ik zelf al in het bezit van een oud vergroter
objectief namelijk een Schneider-Kreuznach Componar 75mm f/4.5 en daarmee zijn
al leuke resultaten te behalen.
Deze lens is waarschijnlijk ergens uit de jaren 60. Om te
vergelijken heb ik twee Rodenstock vergroter objectieven geleend. Een
Rodenstock Rodagon 50mm f/2.8 en een Rodenstock Rodagon 80mm f/4.0 Normaal gesproken
wordt een 50mm gebruikt om 35mm kleinbeeld negatieven en dia’s af te drukken terwijl
de 80mm meer bedoeld is voor midden formaat.
Omdat ik zelf de Schneider al heb ga ik met de test alleen de Rodenstocks gebruiken.
De camera is een Fuji Xpro-2 uitgerust met een Minolta Auto-Bellows III. Als verlichting gebruik ik LumeCube 2.0 LED lampen. Het geheel staat op een Platypod Max, dat is een handig hulpstuk om bijvoorbeeld heel laag te fotograferen of in mijn geval boven op een dressoir te gebruiken. Dit is ook zo beetje mijn meest gebruikte macro opstelling zoals de volgende foto laat zien. Alleen is op de foto de camera een Sony A7SIIIdie ik toen een weekend te leen had.
Als onderwerp stel ik in op een recycle icoon op deze accu.
Dus een objectief op de normale manier in de balg en de ander daar dan omgekeerd op.
zaterdag 5 juni 2021
De zachte lente.
Als je denkt aan een zachte lente dan denk je waarschijnlijk
als eerste aan zacht en aangenaam weer.
In de lente vertaald zich dat meestal in (te) koude temperaturen en (te) veel
regen. Dat was ook niet veel anders de afgelopen tijd. Wat hebben we allemaal
gehad? Een beetje zon, een aardige hoeveelheid regen afgewisseld met hagel een zelfs
redelijk wat sneeuw. Ja, deze Lente was niet alleen zacht maar ook heel divers
qua weersomstandigheden. Nu is er iets ook wat ik noem “fotografisch zacht”.
Dat zijn foto’s die een zachte en dromerige sfeer uitstralen. Als je bijvoorbeeld
landschappen of bloemen wil fotograferen met deze romantische sfeer, dan zijn
er een aantal mogelijkheden om dat te creëren.
Als eerste is er een hulpmiddel vanuit de natuur zelf, namelijk
mist. Mist is een weersverschijnsel waarbij kleine waterdruppeltjes door de
lucht zweven wat de zicht beperkt maar voor fotografen wel weer sfeer geeft. Er
zijn wat verschillende soorten. We beginnen met nevel, daarbij heb je zicht van
meer dan 1000 meter. Dan krijgen we mist, dat is zicht van minder dan 1000
meter. Vervolgens dichte mist, zicht minder dan 200 meter en als laatste zeer
dichte mist, zicht minder dan 50 meter. Een mistbank, mistsliert of mistflard
is mist die door wind langzaam van plaats verandert.
100mm 1/200 sec. f/6.3 ISO 200
Mist is het softfilter van de natuur. Het voordeel is dat
het heel veel sfeer geeft en omdat het elke keer weer anders is, wel weer unieke
foto’s geeft. De overduidelijke nadelen hiervan
zijn dat mist niet altijd voorhanden is en dat je er geen enkele controle over
hebt.
Wil je wel controle dan zijn er een aantal mogelijkheden.
Onder andere een speciale softfocus lens, een speciaal softfocus filter of je
maakt wat zelf.
Een Softfocus lens is een speciale lens die, zoals de naam
het al zegt, een softfocus effect creëert. Dit softfocus effect wordt vaak
gebruikt bij portret- en glamourfotografie. Dit omdat het over het algemeen een
droomachtig beeld produceert en ook allerlei oneffenheden in de huid maskeert.
De softfocus lens die ik gebruik is een Lensbaby Velvet 85mm f/1.8. Deze lens
geeft een softfocus effect bij de volle opening van f/1.8 en naar mate je
diafragmeert naar f/16 verdwijnt het effect weer.
Nu is een softfocus lens wel weer een wat duurdere uitgave
en heeft zo’n lens een beperkt gebruik maar Je kan een softfocus effect ook goedkopere
manier bereiken. Bijvoorbeeld door een softfilter op je lens te schroeven. Dat
is een oplossing voor als je eens af en toe zo’n soort foto wil maken. Wil je
een nog goedkopere oplossing koop dan eens het goedkoopste filter die je kunt
vinden, als aanbieding of zelfs op een rommelmarkt. Het maakt niet uit welk
merk of dat dit filter al is gebruikt, als het maar op je lens past en ongekleurd
is. Dit is meestal een UV of skylight filter. Een kleur- polarisatie- of ND
filter werkt niet zo goed. Op dat filter smeer je een beetje vaseline, dat maakt
ook een soft effect. Vaseline
plakt en kan ook door veelvuldig schoonmaken coating aantasten vandaar dat je
dit niet rechtstreeks op je lens moet smeren, vandaar het filter.
Nu zal ik ook eens het verschil tussen deze technieken laten
zien. De volgende foto is samengesteld uit 4 opnames waarbij er bij iedere foto
een andere techniek is gebruikt.
Van links naar rechts: 1. Een lens zonder filter, 2.
Dezelfde lens nu met een softfilter, 3. Dezelfde lens nu met een filter met
vaseline, 4. De lensbaby Velvet softfocus lens.
85mm 1/640 sec. f/2.0 en f/1.8 ISO 100
Ook een nylon
kous over de voorkant van de lens spannen is trouwens ook een creatieve
oplossing. Maar wil je eens een keer de meest
goedkope oplossing proberen? Adem dan eens op je lens. Als je wel eens met je
camera (en zeker met je bril!) in een tropische ruimte zoals een vlindertuin
van een dierentuin bent geweest snap je waarschijnlijk wel wat ik bedoel. Afhankelijk
van de buitentemperatuur moet je dan wel heel snel een paar foto’s maken. Want
het effect is zo weer weg. Maar ja, dat is dan ook weer een uitdaging om met
een simpele handeling weer eens een ander soort foto te maken.
25mm 1/120 sec. f/16 ISO 100
Uiteraard
kunnen al deze effecten worden nagemaakt met de computer. Het lijkt er meestal
wel op maar deze foto’s maken met een camera is leuker en je bent ook nog eens
in de buitenlucht.
Dit artikel is ook verschenen in de 36e editie van DeNatuurIn
Fotografie is niet alleen kijken, maar vooral ook “zien”
Welkom dus op mijn blog, deze blog maakt deel uit van mijn officiële site: www.pietervanroijen.nl